start 1911-1930 1940-1945 1960-1970 1990-2000 2000-2011 nieuws

 

Het Zwitserse huisje

Achterin de tuin van nummer vijf staat een klein huisje. De grootmoeder van de voorlaatste bewoner, Jane Oosterveer had daar een fijnstrijkerij in het stenen huisje in de tuin. Dat huisje stond er al toen ze er kwamen wonen, en is waarschijnlijk gebouwd door een loodgieter (genaamd Richters?), die nog daarvoor daar woonde. Ook heeft op dit adres nog enige tijd een minister Van Boeijen gewoond. Hendrik van Boeijen paard(Putten, 23 mei 1889 - Soesterberg, 30 maart 1947) was een CHU-bewindsman en een protestant van de Veluwe. Van Boeijen werd na een loopbaan bij de PTT op afdeling uitgaven (sous-chef met de rang referendaris) en daarna bij de provincie Zuid-Holland in 1937 verrassend minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Colijn IV geworden. Hij bleef daarna acht jaar minister en maakte ook deel uit van de Londense kabinetten, onder andere als minister van Oorlog. Hij had evenwel weinig kennis van de militaire organisatie. Van Boeijen werd tijdens de oorlogsjaren sterk gehinderd door zijn doofheid en een zwakke gezondheid. Hij was een goede organisator en werd door zijn ambtgenoten als persoon gewaardeerd, maar stond minder bekend als daadkrachtig bestuurder.
Het Zwitserse huisje heeft niet zo’n grote bovenverdieping. Maar men speeldepaard & wagen het toch nog klaar daar vier kleine kamertjes te bouwen, met deuren naar een gang en ook deuren tussen de kamertjes. Voor de Hooijmans had een van de bewoners daar een ongelukkig kind gehouden, dat zo door de kamers kon bewegen zonder te gang op te rennen en te ontsnappen.
De fijnstrijkerij heeft tot de oorlog bestaan. Vader Hooijmans bracht op de fiets boordjes en blousjes rond. In de oorlog werd het tuinhuis gebruikt als paardenstal. De buurman Wouter van Gool (nr7) had er tegelijkertijd nog een fotostudiootje, afgescheiden door een schotje, zodat de paardenpis soms onder de muur door droop.