Herinneringen aan de Laan van Heldenburg 11
door Jan en Annie van 't Hart
Mevr. Oosterveer, woonde op no. 5, zij was een aardige vrouw, door ons Ma Oosterveer genoemd. Zij heeft indertijd een door Marian Gobius, speciaal voor ons ontworpen, huisnummer 11 onthuld. Als het niet verwijderd is zit het er nog. (Red.: Het kunstwerkje is inmiddels verwijderd.)
Wouter van Gool, woonde op no.7. Hij was een echte bohemien, als een normaal mens naar zijn werk ging, ging Wouter naar bed. Hij was een niet onverdienstelijke muziekkenner vooral op het gebied van Jazz, en schreef vakkundige en door velen gewaardeerde commentaren over Jazzuitvoeringen in de Haagsche Courant. Bovendien was hij een vaardige pentekenaar. Voor Wouter was een goed glas wijn en een geurige coronasigaar belangrijker dan een boterham met kaas.
Mijnheer De Bruin, woonde op no. 4, zijn auto stond 350 dagen van het jaar in de straat. Toen op een gegeven dag jongens in de straat een balletje aan het trappen waren schopten ze een spiegel kapot. Eén van de voetballertjes belde aan bij de familie De Bruin en vertelde wat er gebeurd was. Diezelfde avond belde mijnheer De Bruin aan bij de ouders van het voetballertje, die intussen, toen hij het verhaal thuis verteld had, al een preek had gehoord dat voetballen in de straat met zoveel auto’s niet verstandig was. Heel ruimhartig vertelde mijnheer De Bruin dat hij geen claim kwam indienen en dat hij het zeer waardeerde dat de dader zich spontaan had gemeld. Kijk, zo was mijnheer De Bruin ook!