Herinneringen aan de Laan van Heldenburg 62
door Truus Rietdijk (kleindochter van de vroegere bewoners)
Familie J.A. Rietdijk-Krijnen bewoonden het huis van mei 1924 tot januari 1961.
Zij kwamen uit Den Helder en kochten het huis na de pensionering van meneer Rietdijk die marineofficier was geweest.
Zij hadden 3 zoons: Leendert, Simon en Jan, die respectievelijk 7, 6 en 1 jaar oud waren toen zij het huis betrokken. De middelste zoon was lichamelijk gehandicapt en zat altijd in een rolstoel. Vanwege zijn behandeling in Ziekenhuis Bronovo in Den Haag waren ze in Voorburg komen wonen.
Van mijn oma heb ik altijd gehoord dat het fijn wonen was in de laan, veel contact met de buren, zij hebben het er fijn gehad op die mooie hoek bij de muziektent en tegenover de boerderij “Heldenburg”. De kinderen kwamen daar vaak op de boerderij.
Als kleindochter herinner ik mij de fijne momenten die ik als kind in het huis doorbracht. De mooie grote tuin met perenboom en de serre waar je zo lekker in de zon kon zitten. De grote zolder waar wij logeerden en de muziektent waar regelmatig in werd gespeeld.
Veel aandacht moesten mijn grootouders besteden aan hun gehandicapte zoon Simon. Gelukkig kon hij gewoon naar school en mijn opa ging ook veel met hem op stap met een speciale fiets, ze maakten hele tochten. Tot 1951 hebben zij hem altijd thuis verzorgd. Hij overleed daar op 33 jarige leeftijd.
De oudste zoon Leendert (mijn vader) vertelde eens dat hij samen met Simon in zijn wagentje door de laan naar de Parkweg reed en dan moest hij spijkers pikken bij de smid op de hoek van de Parkweg en die moest mijn vader dan op de rails van de blauwe tram leggen, dat waren dus echte kwajongens die twee.
In 1934 ging Leendert naar de marine en kwam af en toe nog thuis. In januari 1938 ging hij voor 3 jaar naar Indië en kwam echter pas na de 2e wereldoorlog op 31 december 1945 weer thuis in Voorburg. Na 3½ jaar krijgsgevangenschap in Nagasaki Japan was de vreugde in huize Rietdijk groot toen zij op 2 november 1945 hoorden dat hij nog leefde. De laatste jaren hadden zij niets meer gehoord.
Mijn opa had in de oorlog een bos oranje bloemen met een Nederlands vlaggetje op de verjaardag van de koningin voor het raam gezet, hij werd toen opgepakt en in de gevangenis van Scheveningen opgesloten. Gelukkig heeft een buurman ervoor gezorgd dat hij vanwege zijn invalide zoon weer naar huis mocht, omdat hij daar niet gemist kon worden.
Verder heb ik mijn vader vaak gehoord over de boerderij “Heldenburg” waar zij tegenover woonden. Na het overlijden van mijn opa in 1956 heeft mijn oma nog ruim 5 jaar in het huis gewoond. Zij was 16 jaar jonger dan haar man en is eerst naar Leidschendam en later naar Voorschoten verhuisd, waar haar oudste zoon woonde. Zij heeft nog veel gereisd en van het leven genoten, na al die jaren van zorgen.
Gelukkig had zij een opgewekt karakter en klaagde nooit, ook later niet toen zij na 2 maal een gebroken heup in een rolstoel terecht kwam. Zij genoot toen nog volop van haar kleinkinderen. In 1982 overleed zij onverwacht op 92 jarige leeftijd.
De jongste zoon Jan heeft ruim 27 jaar in het huis gewoond, trouwde en ging naar Eindhoven. Hij overleed in december 2010 als laatst levende bewoner van het huis. Mijn vader Leendert overleed in 2006. Het huis zal altijd een bijzondere plaats innemen bij de kleinkinderen van de familie.
Het is fijn om te zien dat het huis in zo’n goede staat verkeerd. Zelf kom ik nog regelmatig in de laan en langs het huis.