Herinneringen aan de Laan van Heldenburg 35
door Ria Wiersma - Anes, Burlington, Ontario, Canada
Van de 100 jaar die de laan nu bestaat heb ik 24 gewoond. M’n eerste herinneringen zijn van de verhuizing van de Zuyderloostraat naar de Laan van Heldenburg 35. Het was vroeg in de morgen dat we lopende er heen gingen, we hadden ons ontbijt daar. Uiteraard kwam de inboedel met een verhuiswagen. Dat was in 1937 en ik was 4 jaar oud.
M’n volgende levendige herinnering is 10 mei, 1940. Het was nog vroeg in de morgen en ik werd wakker omdat ik dacht dat het onweerde. Maar vader kwam me halen en zei dat ik naar vader en moeders bed moest gaan, “het is oorlog”. Nan en Willy waren er al, de ramen rinkelden van al het lawaai en Willy vond dat prachtig en lachtte. Ik zei dat ze dat niet mocht doen “want het is oorlog”. Wat dat eigenlijk was besefte ik op dat moment nog niet, maar dat het niet iets goeds was begreep ik wel. Het lawaai was van de bommen en schieten. Langzamerhand verzamelde alle bewoners zich buiten. De Laan was in feesttooi, de Japanse kers was in volle bloei. Het was een prachtige zonnige morgen en toen we boven de Laan van Haagvliet een Duits vliegtuig brandend naar beneden zagen komen begon iedereen te juichen. Ik dacht dat dit wel het einde van de oorlog zou zijn.
Na het ontbijt stelde moeder voor dat vader en Nan en ik naar het dorp zouden gaan om brood te kopen. Terwijl we in het dorp waren begon de sirene te loeien en moesten we naar een schuilkelder, ik meen in de Sionstraat. Toen we thuis kwamen was moeder druk bezig om repen krantenpapier op de ramen te plakken om eventuele glasscherven vast te houden. Wat ik wel fijn vond was dat we die dag niet naar school hoefden!
Maar het leven kreeg langzamerhand een meer normaal patron, we konden weer buiten spelen, de scholen waren weer open en omdat m’n ouders beiden positieve mensen waren en ons nooit hebben laten merken dat er reden tot bezorgdheid was, had ik toch een vrij zorgeloos leven.
Er waren veel kinderen in de Laan en we speelden veel op straat. Er waren geen auto’s en we konden vrijwel ongehinderd spelen. De Duitsers stelden de zomertijd in en daardoor kregen we lange zomer avonden.
We kregen bonkaarten, voor brood, suiker, bloem en ook textiel. Als je koekjes wilde kopen, moest je een bloem en boterbon inleveren, maar namate de tijd vorderde werd het steeds moeilijker om etenswaren te kopen. De gaarkeuken werd de plaats om je middagmaal te halen. Nan en ik met een emmertje om iets wat op eten leek op te halen. Een gevleugelde uitdrukking werd, “wat eten we ? – Soep van de Gaar”. Soms zelfs bedorven, waardoor je natuurlijk ziek werd. Honger werd een deel van ons leven. De “schilleboer” die langs kwam om etensresten op te halen zoals schillen van zwarte aardappelen, aardappelen die glazig waren en vaak bevroren waren geweest – walgelijk! Op een keer zagen Nan en ik dat er een stuk brood op de wagen lag, groen van de schimmel. We hebben dat “gestolen” en thuis krabden we de schimmel er af en aten de rest op.
In 1943 werd ons jongste zusje geboren in het Sint Antonius Ziekenhuis aan het Oosteinde. In die tijd lag een kraamvrouw 9 dagen in het ziekenhuis (volgens m’n moeder de enige tijd dat ze helemaal niets hoefde te doen). Toen de dag aanbrak waarop moeder en baby naar huis mochten, huurde vader een taxi en ik mocht mee om ze op te halen. Het was geen gewone taxi, er was geen benzine meer, alleen dokters en politie hadden dat. Geen bezwaar, er werd een paard voor de taxi gespannen en zo reden we de laan van Heldenburg binnen. Ik zat achterin en keek goed om me heen of iemand ons wel zag, dit was tenslotte geen alledaags iets. Ik kan me niet herinneren of we gezien werden, maar ik ben het nooit vergeten.
In 1945 kwam de bevrijding en de Laan kwam tot leven. Muziek in de muziektent op de Laan van Haagvliet en een joelende massa mensen die zongen en lachten en dansten. Waar we de energie vandaan haalden weet ik niet, maar we waren vrij en elke dag was feest!
We konden weer normaal naar school, buiten spelen zonder bang te zijn dat je te laat binnen zou zijn. De jeugd van de Laan van Heldenburg verzetten hun terrein naar de polder . ja we hadden een polder! Als je bij het DaCosta plein kwam bereikte je een onbebouwd gedeelte van Voorburg, waar nu de Koningin Juliana laan is. Het postkantoor (is dat er nog?) was een van de eerste gebouwen dat daar kwam. Wij gingen slootje springen, heerlijk, ook al haalde je niet altijd de overkant.
De Laan van Heldenburg heeft prachtige herinneringen voor mij. Ik emigreerde in 1961 naar Canada, maar was in “ons” huis in 1967 – alleen – en in 1973 met m’n man en 2 zonen. Het was heerlijk om in dat oud vertrouwde huis te zijn en m’n kinderen te laten zien waar hun moeder opgroeide.
Het is m’n wens dat de tegenwoordige bewoners er met net zoveel plezier zullen wonen als ik gedaan heb. Misschien is het omdat ik in Canada woon dat het nog altijd zoveel betekenis voor me heeft. Hoe dan ook, van harte geluk gewenst Laan van Heldenburg en nog vele jaren!